2.1 Inleiding
Voor de heffing van inkomstenbelasting moeten de inkomens uit drie boxen worden bepaald. Elke box heeft zijn eigen regels en kent zijn eigen belastbaar inkomen. De verschuldigde inkomstenbelasting wordt berekend door de vaststelling van de belasting per box.
Box 1
In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op box 1, met uitzondering van het onderdeel winst uit onderneming. Het tarief in box 1 is een tweeschijventarief waarvan het tarief van de tweede schijf 49,5% is.
Art. 3.1 Wet IB geeft aan hoe het inkomen in box 1 is opgebouwd. Schematisch ziet dit er als volgt uit:
De belastbare winst uit onderneming | ……… | |
Het belastbare loon | ……… | |
Het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden | ……… | |
De belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen | ……… | |
De belastbare inkomsten uit eigen woning | ……… | |
De negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen | ……… | |
De negatieve persoonsgebonden aftrekposten | ……… + | |
Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld | ……… | |
De uitgaven voor inkomensvoorzieningen | ……… | |
De persoonsgebonden aftrek | ……… + | |
……… –/– | ||
Inkomen uit werk en woning | ……… | |
Af: te verrekenen verliezen uit werk en woning | ……… –/– | |
Belastbaar inkomen uit werk en woning | ……… |
Tabel 2.1Opbouw inkomen in box 1
Voordat op de betreffende inkomensbestanddelen wordt ingegaan, komen eerst een aantal algemene regels aan de orde die voor alle inkomensonderdelen van box 1 gelden. Als voor een bepaald inkomensbestanddeel een afwijkende regeling geldt, is dit vermeld.