Module3_Inkomstenbelasting-4

2.1 Inleiding

Voor de heffing van inkomstenbelasting moeten de inkomens uit drie boxen ­worden bepaald. Elke box heeft zijn eigen regels en kent zijn eigen belastbaar inkomen. De verschuldigde inkomstenbelasting wordt berekend door de vaststelling van de belasting per box.

Box 1

In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op box 1, met uitzondering van het onderdeel winst uit onderneming. Het tarief in box 1 is een tweeschijventarief waarvan het tarief van de tweede schijf 49,5% is.

Art. 3.1 Wet IB geeft aan hoe het inkomen in box 1 is opgebouwd. Schematisch ziet dit er als volgt uit:

De belastbare winst uit onderneming

………

Het belastbare loon

………

Het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden ­

………

De belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen

………

De belastbare inkomsten uit eigen woning

………

De negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen

………

De negatieve persoonsgebonden aftrekposten ­

……… +

Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld ­

………

De uitgaven voor inkomensvoorzieningen

………

De persoonsgebonden aftrek

……… +

……… –/–

Inkomen uit werk en woning

………

Af: te verrekenen verliezen uit werk en woning ­

……… –/–

Belastbaar inkomen uit werk en woning

………

Tabel 2.1Opbouw inkomen in box 1

Voordat op de betreffende inkomensbestanddelen wordt ingegaan, komen eerst een aantal algemene regels aan de orde die voor alle inkomensonderdelen van box 1 gelden. Als voor een bepaald inkomensbestanddeel een afwijkende regeling geldt, is dit vermeld.