Module3_Inkomstenbelasting-4

2.2.4 Tijdstip waarop aftrekbare kosten in aftrek mogen komen

Aftrekbare kosten

Art. 3.147 Wet IB bepaalt dat aftrekbare kosten en uitgaven voor inkomensvoorzieningen – voor zover niet anders is bepaald – voor aftrek in aanmerking komen op het tijdstip waarop zij:

a. zijn betaald (contant voldaan dan wel afgeschreven van de bankrekening);

b. zijn verrekend (bedrag is verrekend met een vordering die de belastingplichtige nog had openstaan);

c. ter beschikking zijn gesteld (geld is afgegeven maar nog niet in ontvangst genomen door de andere partij);

d. rentedragend zijn geworden (er moet rente worden betaald in verband met het te laat voldoen van het bedrag).

Ook nu weer geldt, net als bij het tijdstip waarop inkomsten moeten worden verantwoord, dat bovenstaande tijdstippen niet van toepassing zijn als het gaat om het bepalen van de aan te geven belastbare winst uit onderneming of het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden.