6.4 Te verrekenen verliezen uit werk en woning

Het laatste element dat het belastbaar inkomen in box 1 bepaalt, is een eventueel te verrekenen verlies uit andere jaren. Is het inkomen uit werk en woning negatief, dan hoeft er in het betreffende jaar geen belasting over box 1 worden betaald. Het negatieve inkomen van box 1 kan niet worden verrekend met positieve inkomsten in box 2 en box 3. Het negatieve inkomen van het betreffende jaar kan echter wel worden verrekend met eventuele positieve inkomens in box 1 in andere jaren (art. 3.148 e.v. Wet IB).

Een verlies in box 1 kan worden verrekend met het inkomen in box 1 van de 3 voorgaande jaren en de 9 daarop volgende jaren. De volgorde van verrekening is verplicht voorgeschreven. Het verlies moet eerst met het oudste jaar worden verrekend. Kan niet het gehele verlies worden verrekend, dan mag het restant worden verrekend met het één na oudste jaar en als daarna nog niet alles is verrekend met het jaar voorafgaande aan het jaar waarin het verlies is geleden. De reeds betaalde belasting wordt terugbetaald. Is dan nog niet het gehele verlies verrekend, dan mag dat in de daarop volgende jaren nog worden verrekend.

Schematisch ziet dit er als volgt uit:

–3	–2	–1	0	1	2	3	4	5	6	7	8	9

Voorbeeld

Christine heeft een winkel in sieraden. Over het jaar 2025 heeft Christine een verlies ­geleden van € 20.000. Haar inkomen in box 1 is € 25.000 negatief, dit is ontstaan door het ondernemingsverlies en voor € 5.000 door negatieve inkomsten uit de eigen woning. Haar inkomen over 2022 bedroeg € 8.000, over 2023 € 4.000 en over 2024 € 7.000.

De verliesverrekening is als volgt:

Het resterende verlies van € 6.000 kan niet worden teruggewenteld. Dit verlies kan worden verrekend met komende jaren, te beginnen met 2026. Als het verlies in 2034 nog niet verrekend is, is dit niet meer ­verrekenbaar.